Stuur je je kind niet naar een erkende school en besluit je voor huisonderwijs te gaan dan moet je je melden bij AGODI (Agentschap voor onderwijsdiensten). Dat kan vanaf het schooljaar 2021-2022 digitaal via het Loket Huisonderwijs. Het Loket Huisonderwijs is een beveiligd digitaal platform waar je als ouders kan inloggen. Daarna kun je je kind(eren) aanmelden voor huisonderwijs. Bovendien kun je er ook het dossier van je kind(eren) online raadplegen en zien of de verklaring al dan niet verwerkt is.
Als je liever nog via papier werkt, kun je de verklaring nog altijd zo invullen en mailen naar huisonderwijs.agodi@vlaanderen.be. De ‘verklaring van huisonderwijs’ kun je hier vinden en telt 3 pagina’s.
De verklaring is dezelfde voor zowel het basisonderwijs als het secundair onderwijs en bestaat uit een vragenlijst. Met de lijst probeert de onderwijsinspectie een eerste beeld te krijgen van hoe je je onderwijs denkt in te richten. Het spreekt voor zich dat een goed ingevulde en gestoffeerde lijst geruststellender is voor de inspectie dan een paar ondoordachte lijnen. Een goed ingevulde vragenlijst toont aan dat je nagedacht hebt over je aanpak. Een summiere lijst kan het vermoeden wekken dat je onvoldoende hebt nagedacht over wat je gaat doen het komende schooljaar.
Een verklaring invullen is verplicht en moet ten laatste op de derde schooldag van het schooljaar bij AGODI ingediend zijn, via het Loket Huisonderwijs of mail!
Je hoeft geen verklaring in te dienen voor kleuters in het eerste of tweede kleuterklasje, maar je kan het Agentschap voor Onderwijsdiensten op de hoogte brengen door een mailtje te sturen. Daarin laat je weten dat je kleuter niet naar school gaat dit schooljaar. Zo voorkom je telefoons, brieven of een bezoek van bijvoorbeeld het OCMW of Kind&Gezin die vragen waarom je kind niet ingeschreven staat in een school. Sinds het schooljaar 2020-2021 moet er voor kleuters in de derde kleuterklas ook een verklaring ingevuld worden.
Leerlingen die ingeschreven zijn in een privéschool (zie ‘wat is huisonderwijs‘) zijn vrijgesteld van het insturen van deze verklaring. Privéscholen in België nemen die taak op zich en sturen een lijst van ingeschreven studenten door. Privéscholen in het buitenland doen dat niet, maar leveren op vraag van de ouders een inschrijvingsbewijs af. Je krijgt dan de keuze: ofwel stuur je op eigen initiatief bij de aanvang van het schooljaar het inschrijvingsbewijs op, ofwel wacht je rustig de leerplichtcontrole af. Dat houdt in dat je, na de definitieve ’telling’ begin februari, een brief krijgt met de vraag of je kind in orde is met de leerplicht (m.a.w. waar is je kind ingeschreven, we vinden hem op geen enkele lijst). Je beantwoordt die vraag gewoon door het inschrijvingsbewijs op te sturen. Doe je dat niet, of is AGODI er niet tevreden mee, dan komt de wijkagent nogmaals dezelfde vraag stellen. Blijk je niet in orde met de leerplicht (je kan geen inschrijvingsbewijs voorleggen of de inschrijving voldoet niet aan de vereisten) dan gaat je dossier naar het parket.
Opmerking: Als je kind ingeschreven is in een erkende school in het Frans of Duitstalige landsdeel, dan blijkt dat na de ’telling’. Je hoeft in dit geval niets te ondernemen.
Wijzigingen meldingsplicht in het onderwijsdecreet XXVI (2016)
In april 2016 werd een belangrijke wijziging doorgevoerd in de meldingsplicht voor de organisatoren van collectief huisonderwijs. Privéscholen moeten niet langer voor elke leerling apart een verklaring indienen, maar kunnen nu gebruik maken van een gezamenlijke verklaring van huisonderwijs. Zo wordt hun administratielast verminderd.
Het volgende wordt toegevoegd aan het onderwijsdecreet XXIII:
Art. II.14. In paragraaf 1 van artikel 26bis/1 van hetzelfde decreet, ingevoegd bij decreet van 19 juli 2013, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° er wordt tussen het tweede en het derde lid een nieuw lid ingevoegd, dat luidt als volgt: “In het geval dat voor twee of meerdere leerplichtige kinderen gezamenlijk huisonderwijs wordt georganiseerd en de plaats waar dit huisonderwijs wordt georganiseerd verschilt van het adres waar de kinderen gedomicilieerd zijn, dan kan voor deze leerplichtige kinderen één gezamenlijke verklaring van huisonderwijs met bijhorende informatie over huisonderwijs ingediend worden door de organisator van het huisonderwijs. De bijhorende informatie over het huisonderwijs moet naast de elementen vermeld in het tweede lid ook het adres bevatten waarop het huisonderwijs effectief wordt verstrekt.”;
2° aan het punt 4° van het bestaande vierde lid, dat het vijfde lid wordt, wordt een zinsnede toegevoegd die luidt als volgt: “, waar het leerplichtige kind contactonderwijs volgt”.
De verklaring/vragenlijst
Het drie pagina’s tellende formulier is opgedeeld in verschillende rubrieken:
1. Persoonlijke gegevens van de ouder en de leerling
Dit spreekt voor zich. Hier vul je je eigen naam en adres in en dat van je kind. Voor elk kind in je gezin dien je een aparte verklaring in te vullen. Het rijksregisternummer kun je op de achterkant van de identiteitskaart van je kind (of Kids ID) vinden.
2. Gegevens van het huisonderwijs
Je vult in waar je gaat lesgeven. Meestal is dat ook de plek waar je woont. Daarna vul je de periode in. De meeste mensen nemen 1 september als begindatum. De einddatum ligt bij iedereen wat anders. Sommigen kiezen voor 30 juni, anderen voor 31 augustus. Op zich maakt dat niet zo heel veel uit.
3. Realisatie van het huisonderwijs
Deze rubriek gaat over de kern van het huisonderwijs. Het peilt naar de vorm van het onderwijs, de onderwijstaal, wie les geeft, welke doelen worden nagestreefd, hoe het onderwijs wordt afgestemd op de leerbehoeften van het kind en welke bronnen en leermiddelen gebruikt worden. Zo krijgt de inspectie zicht op de vorm en inhoud van het huisonderwijs. Het is nu eenmaal de taak van de onderwijsinspectie om erop toe te zien dat het recht op onderwijs van je kind gerespecteerd wordt. We raden ook aan deze rubriek ter harte te nemen en alles zo volledig mogelijk in te vullen. Hieronder volgt wat meer informatie.
Vraag 5: In welke taal wordt het huisonderwijs verstrekt?
Vul hier in wat de meest gebruikte taal is. Meestal staat hier Nederlands. Zijn jullie tweetalig en geef je ook les in de andere taal? Vul dat hier dan zeker in. Het is normaal dat je Engels in het Engels geeft en Frans in het Frans. Dat hoef je niet te vermelden.
Vraag 6: Vul de gegevens in van de lesgevers van het huisonderwijs.
Geef hier gewoon de naam van de lesgever(s) op, gevolgd door de leergebieden of vakken die ze op zich nemen. Er wordt ook gevraagd naar het opleidingsniveau van de lesgever(s). Maak je gebruik van privé-leraars? Vergeet die ook niet te vermelden. Geeft er één persoon alle vakken? Geen probleem. Dan schrijf je dat zo op. Tijdens een eventuele inspectie moeten niet alle lesgevers aanwezig zijn. Alleen de persoon die het grootste deel op zich neemt.
Vraag 7: Welke onderwijsdoelen worden nagestreefd? Geef ook aan hoe die onderwijsdoelen geëvalueerd worden.
Het sleutelwoord hier is: ‘Vlaamse eindtermen’. Je kan de eindtermen hier terugvinden: https://onderwijsdoelen.be//. Je kan kort zijn en ‘Vlaamse eindtermen’ neerschrijven of wat uitgebreider en bijvoorbeeld deze zin gebruiken: “We werken toe naar de examens lager onderwijs en streven de eindtermen na die op de website van de Vlaamse overheid te vinden zijn.” Bij deze vraag geef je aan wat je precies wil leren of bereiken. Dat hoeft niet alleen kennis te zijn, maar kunnen ook vaardigheden of attitudes zijn.
Voor kleuters wordt er niet met eindtermen gewerkt, maar met ontwikkelingsdoelen. Daar kun je neerschrijven dat jullie de ‘ontwikkelingsdoelen voor het kleuteronderwijs nastreven’. In het secundair onderwijs wordt er ook gewerkt met eindtermen. Sinds september 2019 is dat zowel in de A- als B-stroom zo. In het secundair werk je natuurlijk toe naar een getuigschrift 1ste of 2de graad of een diploma. Meer over de ontwikkelingsdoelen en eindtermen: https://onderwijsdoelen.be/.
Er is ook een tweede gedeelte aan deze vraag: Geef ook aan hoe die onderwijsdoelen geëvalueerd worden. Misschien ben je van plan om zelf toetsen te maken of je neemt toetsen uit de methode die je gebruikt? Misschien evalueer je op een andere manier? Door je kind bijvoorbeeld dingen te laten samenvatten of door één keer per maand een presentatie te geven aan zijn broers en zussen? Schrijf dat allemaal op. Vergeet ook niet permanente evaluatie en observatie op te schrijven. Tip voor bij eventuele inspectie: Als je niet evalueert met toetsen is het misschien fijn om eens een filmpje te maken van zo’n presentatie.
Bij kleuters kun je natuurlijk geen toetsen afnemen, maar met permanente evaluatie en observatie kom je ook heel ver. Je kan misschien elk half jaar een soort van verslag van de afgelopen maanden schrijven waarin je de evolutie van je kind bijhoudt? Dat hoeven geen hele epistels te zijn, maar even kort je kind evalueren.
Vraag 8: Hoe wordt het huisonderwijs afgestemd op de leerbehoeften van het kind?
Alles wat je doet dat tegemoetkomt aan bepaalde wensen of vereisten eigen aan je kind valt onder deze vraag. Heeft je kind het moeilijk met wiskunde? Dan schrijf je dat hier op en laat je weten hoe je dat aanpakt. Dat kan zijn door je kind extra oefeningen online te laten maken, voor bijles te zorgen… Is je kind net heel goed in wiskunde dan kun je hier bijvoorbeeld vermelden dat je het uitdaagt door het te laten programmeren of te laten deelnemen aan wiskundewedstrijden als Kangoeroe.
Als je kind extra zorg nodig heeft dan is dit de plek om daar iets over te vertellen. Zo breng je de inspectie op de hoogte van eventuele problemen en kunnen zij ervoor zorgen dat ze de juiste inspecteurs langssturen bij een inspectie.
Vraag 9: Welke bronnen en leermiddelen worden gebruikt?
Veel huisonderwijzers komen hier wat lijntjes tekort. Neem er gerust een extra blad bij. Maak een overzicht op de computer als dat kan. Waarschijnlijk moet je volgend jaar toch een aantal boeken opnieuw opschrijven met een hoger volgnummer. Maak je lijst wat overzichtelijk en ordelijk. Het is een goed idee om je materialen per vak op te lijsten, als dat enigszins kan. De onderwijsinspecteurs onderzoeken de vragenlijst op volledigheid. Als ze onmiddellijk alle vakken kunnen herkennen, kunnen ze meteen ook evalueren of alles voldoende aandacht krijgt.
Deze lijst moet weerspiegelen wat in de voorgaande twee antwoorden te lezen staat. Als je schrijft dat je extra inzet op breuken, dan is het logisch dat hier een extra boekje of ander leermiddel terug te vinden is.
Denk eraan dat deze vragenlijst ook dient om een risico-inschatting te kunnen maken. Wees volledig, zonder te overdrijven. Vernoem uiteraard alleen materialen die je ook kan tonen. Het heeft geen zin je wiskundeboeken van vorig jaar te vermelden als je die niet meer gebruikt en in tussentijd al verkocht hebt.
Huisonderwijzers spelen in op wat zich voordoet in de loop van het schooljaar. Als je materiaal bijkoopt of afvoert, pas dan je lijst materialen weer aan. Je hoeft hem uiteraard niet op te sturen, maar bij een eventueel controlebezoek kan je dan de nieuwe, aangepaste lijst voorleggen.
Geef hier ook aan welke bronnen je zoal gebruikt: bibliotheek, online leeromgevingen (spelletjes voor oefening van de tafels, Rosetta Stone voor talen, Bingel, Kweetet…) etc.
Enkele voorbeelden:
Voor kleuters hoef je de vakken niet op te splitsen, maar kun je ervoor kiezen om alles in een lijst te zetten. Heb je heel veel materiaal dan mag je dat natuurlijk altijd doen. Zeker als je methodes gebruikt voor bijvoorbeeld voorbereidend schrijven of wiskunde initiatie. Het spreekt voor zich dat je niet de inhoud van de hele speelgoedkast op het formulier kan zetten.
Een voorbeeld voor het ‘vak’ Nederlands bij kleuters:
Veel succes! Heb je nog vragen? Aarzel niet ons te contacteren.