Dit artikel verscheen voor het eerst in de nieuwsbrief van juli 2017
Toen wij het VHoV oprichtten, stond een overleg met de onderwijsinspectie hoog op onze agenda. Een inspecteur over de vloer krijgen, is voor elke huisonderwijzer spannend. Wij willen er als Vlaams HuisonderwijsVerbond dan ook alles aan doen om ervoor te zorgen dat zo’n inspectie vlot verloopt. Voor de huisonderwijzers, hun leerlingen én voor de inspectie.
Daarom hadden we op 6 juni een overleg met de onderwijsinspectie. Het doel? Op de eerste plaats wilden we het beoordelingskader voor huisonderwijs van dichterbij bekijken. Waar letten de inspecteurs op? Moet ik een agenda kunnen voorleggen of zijn ingevulde lesboeken genoeg? Daarna keken we of onze verwachtingen en die van de inspectie op dezelfde lijn liggen. Dat deden we vooral aan de hand van enkele vragen.
De vragen haalden we uit het document, ‘meer informatie over het beoordelingskader en de werkwijze tijdens een controlebezoek’, dat op de website van de onderwijsinspectie te vinden is. Het document is een instrument dat de onderwijsinspectie aanbiedt ter voorbereiding van een controlebezoek. Je kunt het hier lezen:
http://www.onderwijsinspectie.be/sites/default/files/atoms/files/HUO_beoordelingskader.pdf . Wanneer je de tweede pagina van het document bekijkt, zie je dat de vragen in 4 categorieën zijn opgedeeld: Onderwijsaanbod, Onderwijsorganisatie, Materialen/uitrusting en Evaluatie.
Onderwijsaanbod
Wanneer de 2 inspecteurs bij jouw op bezoek komen, stellen ze zichzelf volgende vragen: ‘Heeft de ouder onderwijsdoelen vooropgesteld?’, ‘Kent de ouder de behoeften van het kind?’ en ‘Zijn die behoeften vertaald in het aanbod?’.
Het VHoV stelde zichzelf hierbij de vraag of de onderwijsdoelen moeten uitgeschreven zijn. Op scholen wordt dat gevraagd. Moet je als huisonderwijzer dus ook een document met onderwijsdoelen kunnen voorleggen? Het antwoord van de inspectie was duidelijk: “Neen!” Ze vinden het belangrijker dat je een plan van aanpak hebt dat duidelijk toont dat je daarmee het leerproces in goede banen kan leiden. Als je toch een document met doelen hebt, is het van belang dat het een werkbaar en praktisch document is. Een uitgeschreven jaarplan is ook zeker geen vereiste. Dat is eerder iets voor scholen.
De inspecteurs benadrukten verder dat de ouder de verantwoordelijke is voor het onderwijs en zij gaan ervan uit dat jij jouw kind het beste kent. Ze gaan af op het verhaal dat de ouder over het kind naar voor brengt. Dit verhaal moet dan ook weerspiegeld zijn in de einddoelen. Je hoeft de leerbehoeften van je kind niet digitaal of schriftelijk in kaart te brengen, maar je moet kunnen aantonen dat je er iets mee doet. Met kinderen met extra zorg probeert de onderwijsinspectie zoveel mogelijk rekening te houden. Het is dus zeker nuttig om op je verklaring van huisonderwijs door te geven dat je kind extra zorg nodig heeft. Er is namelijk heel wat expertise in huis en die kan dus alleen maar aanwezig zijn bij een inspectie als ze van de extra zorgen op de hoogte zijn. Heb je het niet vermeld? Dan is dat nog geen drama. Elke inspecteur heeft wel wat kennis en kan meestal zelf ook de inschatting maken of ze bijkomend advies van een collega nodig hebben.
Onderwijsorganisatie
‘Zijn er onderwijsdoelen gepland op korte termijn?’ is de eerste vraag bij dit onderdeel. Heel veel huisonderwijzers houden een agenda bij om hun onderwijsdoelen op korte termijn bij te houden en te plannen. Is dat verplicht? De inspectie vindt het geen vereiste. Het hangt af van de situatie en het is een persoonlijke keuze van elke huisonderwijzer. Ook hier weer benadrukt de inspectie dat het een werkinstrument moet zijn en niet een pure opsomming van feiten. Wanneer de inspectie geen vat krijgt op de huisonderwijssituatie durven ze wel eens naar een agenda vragen. Dat helpt hen dan om een beeld te vormen van jouw manier van aanpak. Het kan dus handig zijn om een agenda bij te houden, maar doe het alleen als het jou als huisonderwijzer ligt. Naast een agenda is er ook totaal geen verplichting om een jaarvorderingsplan te maken zoals in het onderwijs. Ook hier weer: doe het alleen als jij er ook echt iets mee bent. Hoe zit het met de onderwijsdoelen op lange termijn? Met andere woorden: moeten we een jaarplanning maken? Ondertussen kun je het antwoord van de inspectie al raden: Hou alleen een jaarplanning bij als je er ook echt iets mee doet.
‘Is de planning afgestemd op de leerbehoeften van het kind?’ Hier maakt de inspectie graag een onderscheid tussen bijvoorbeeld kinderen van 13 jaar en 17 jaar. Ze zien graag in de beginjaren een algemene vorming. In het basisonderwijs ligt dat voor de hand, maar één keer je met de examencommissie werkt… ligt dat anders. De inspectie heeft begrip voor de werking van de commissie, maar ze willen toch vooral een algemene vorming zien. Eén jaar alleen maar aan 1 vak werken, is geen algemene vorming. Let er op dat je kind geen achterstand oploopt voor bepaalde vakken.
‘Is het huisonderwijs structureel ingebouwd in het leven van het kind?’ Het VHoV vroeg of we dat moeten aantonen met een agenda, planning of andere middel. De inspectie antwoordde hierop dat ze dat eigenlijk vrij vlug kunnen inschatten aan de hand van het verhaal van de huisonderwijzer zelf. Ook wanneer ze even met de kinderen praten, wordt het al heel snel duidelijk of het huisonderwijs structureel is ingebouwd in het leven.
Ter afsluiting van dit gedeelte stelden we nog de vraag wat er gebeurt als kinderen regelmatig uitvallen of bijvoorbeeld maar 1 uurtje per dag kunnen werken. Hoeveel moet er gewerkt worden op regelmatige basis? Daarop kregen we het antwoord dat ‘tijd’ niet meer gebruikt wordt als inspectiemiddel. Er wordt niet gekeken naar het aantal uren dat je werkt, maar wat je ermee bereikt.
Materialen/uitrusting
Bij het woord ‘materialen’ denk je meteen aan handboeken, maar zijn die ook echt nodig? Mag je met alleen maar eigen materiaal werken? Handboeken zijn handig, maar geen must, volgens de inspectie. Eigen materiaal en buitenlandse methodes mogen ook, maar het is niet iedereen gegeven om dit alles ook zinvol om te zetten. Je moet hierbij steeds je plan van aanpak en de einddoelen in het achterhoofd houden.
Moet je bij een inspectie elk filmpje dat je bekeken hebt, kunnen oplijsten? De inspectie vindt dat niet nodig, maar je kan je kind bijvoorbeeld iets laten vertellen over een filmpje tijdens het bezoek.
Moet je een computer/internet in huis hebben? Is dat verplicht? Voor de inspectie is het dat must. Er zijn ICT einddoelen en bovendien stelt de inspectie de vraag of je kind kan functioneren in de maatschappij als het niet kan werken met een computer. Het is natuurlijk geen breekpunt als de rest in orde is. Het is niet omdat je geen computer in huis hebt dat je er niet mee kan werken. Misschien maak je wel gebruik van de computer in de bibliotheek?
Evaluatie
Moet ik toetsen kunnen voorleggen? Als er een goede inschatting is van het niveau van het kind, vindt de inspectie toetsen op papier niet nodig. Het opvolgen van het leerproces daarentegen, vinden ze wel een must. Merkt de inspectie dat er geen opvolging is, dan wordt er wel verwacht dat je toetsen kan voorleggen. ‘Worden zowel kennis, vaardigheden en attitudes geëvalueerd?’ Hoe wil de inspectie dat bewezen zien? Moeten we die evolutie bijhouden? Ook hier weer als hierboven. Het is contextafhankelijk. Merkt de inspectie dat er onvoldoende opvolging is, dan willen ze documenten zien.
‘Wat gebeurt er met de evaluatie? Wordt er opgevolgd en bijgestuurd?’ Ook hier weer stelde het VHoV de vraag hoe de inspectie dat bewezen wil zien. Ze antwoordden hierop dat ze soms handboeken vol fouten zien staan. Ze vinden het belangrijk dat je als huisonderwijzer feedback geeft aan je kind. Je moet kunnen aantonen dat dit wordt gedaan. Hierbij maakten wij de opmerking dat het toch wel jammer is dat er geen inzage mogelijk is bij de examencommissie wanneer je geslaagd bent voor het examen. Dat zou een belangrijke opvolging van het evaluatiemoment zijn. De inspectie vond dit een terechte vraag en gaat het aankaarten bij een volgend overleg met de examencommissie.
Extra
Naast de vier grote puntjes hadden we het ook nog even kort over andere zaken. Zo vroegen wij ons af of het belangrijk is dat de kinderen de inspectie te woord staan. Niet elk kind praat makkelijk met een vreemde. De inspectie vindt het geen probleem als een kind niet met hen wil praten, maar ze vinden het wel interessant om naar hun verhaal te luisteren. Daarnaast kunnen ze het ook wel smaken als je kind iets toont waaraan hij het afgelopen jaar heeft gewerkt. Het is geen verplichting, maar maakt het controlebezoek interessanter.
Het overleg met de onderwijsinspectie bracht niets nieuws aan het licht, maar was een positief gesprek waaruit we kunnen besluiten dat niets verplicht is. De inspectie luistert vooral naar het verhaal van de huisonderwijzer en het kind dat huisonderwijs krijgt. Alles hangt af van jouw aanpak. Dat wil natuurlijk niet zeggen dat je niets moet bijhouden of niets moet opschrijven. Je moet wel iets te vertellen hebben tijdens zo’n bezoek. De inspecteurs willen een systematische aanpak en een plan van actie zien. Hoe pak je het huisonderwijs aan? Heb je er over nagedacht? Om tot een verhaal te komen, schrijf je misschien wel dingen op of maak je lijstjes. Die kun je dan gebruiken tijdens een inspectiebezoek. Wat de inspecteurs niet willen zien, zijn lijstjes die je speciaal voor hen vlug in elkaar hebt geflanst. Als je hen iets voorlegt, willen ze een werkinstrument zien. Bovendien is het altijd handig om een agenda, boekenlijst, materialenlijst… achter de hand te hebben voor als de inspectie doorvraagt en je niet meteen een antwoord klaar hebt.
Meer lezen:
Website van de onderwijsinspectie: http://onderwijsinspectie.be/
Controle huisonderwijs: http://onderwijsinspectie.be/controle-huisonderwijs
Werkwijze en instrumenten: http://onderwijsinspectie.be/controle-huisonderwijs#anch_2