Het eerste nieuws rond aanpassingen van de examenwetgeving voor de kinderen in huisonderwijs bereikte ons vandaag via officiële kanalen. Na weken wachten op antwoord van het ministerie van Onderwijs, namen we vandaag contact op met Koen Daniels, als reactie op een twitter bericht dat hij postte.
Gisteren, 6 mei 2020, werd er in het parlement een voorstel van decreet gestemd, waarin twee bepalingen van toepassing zijn op huisonderwijs en de examencommissie. Let wel, deze informatie betreft op dit moment enkel de kinderen in het secundair onderwijs, en gaat dus over het behalen van het getuigschrift eerste graad via de examencommissie. We blijven aandringen op een antwoord voor de examens van het lager onderwijs.
Hieronder de betreffende bepalingen en hun toelichting. Deze treden in werken op de dag na de bekendmaking in het Belgisch Staatsblad, behalve waar anders bepaald:
Artikel 28 en 31 (afwijking van artikel 110/30, §1, en 256/4, §5)
Aan de leerplicht kan ook worden voldaan via huisonderwijs. Een van de controlemaatregelen op de kwaliteit van huisonderwijs bestaat erin dat de jongeren die huisonderwijs krijgen, binnen een bepaalde leeftijdsafbakening verplicht zijn om deel te nemen aan de examencommissie met het oog op het behalen van een getuigschrift of diploma. Lukt dat niet, dan moeten ze zich inschrijven in een (erkende) school. Wat de werking van de examencommissie betreft, is een van de voorwaarden dat het resultaat van een afgelegd examen zeven kalenderjaren geldig blijft. Dat laat toe om de examenreeks op een flexibele wijze over een langere periode te spreiden.Afwijking van artikel 110/30, §1:
De uiterste datum om bij de examencommissie een studiebewijs te behalen wordt met zes maanden verlengd voor jongeren in huisonderwijs voor wie die uiterste datum in beginsel valt in de periode waarin de examencommissie door overmacht geen examens kan organiseren. De actuele situatie van overmacht zal nadien trouwens tot een ingrijpende herziening van de examenplanning leiden.afwijking van artikel 256/4, §5:
De geldigheidsduur van het resultaat van een afgelegd examen bij de examencommissie wordt met twaalf maanden verlengd voor kandidaten voor wie die geldigheidsduur afloopt in de periode waarin de examencommissie door overmacht geen examens kan organiseren of in de periode daarna tot eind 2020. De actuele situatie van overmacht zal nadien trouwens tot een ingrijpende herziening van de examenplanning leiden. De terugwerkende kracht tot 16 maart is vereist omdat de voorliggende maatregelen een uitstel inhouden van een intussen mogelijk al verstreken limietdatum waarop kandidaten zich bij de examencommissie konden of moesten aanmelden.Art. 28. In afwijking van artikel 110/30, §1, tweede lid, van dezelfde codex wordt voor een leerplichtige die vóór 1 januari 2020 de leeftijd van 16 jaar heeft bereikt, de periode om via de examencommissie een getuigschrift of diploma van het secundair onderwijs te behalen verlengd tot en met 1 maart 2021.
Art. 31. In afwijking van artikel 256/4, §5, van dezelfde codex wordt de geldigheidsduur van het resultaat van een afgelegd examen met één kalenderjaar verlengd in de gevallen waarin het bereiken van de zeven kalenderjaren valt in de periode van 15 maart tot en met 31 december 2020.
Art. 43. Dit decreet treedt in werking op de dag na bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad, met uitzondering van:
1° artikel 9, 10, 22, 26, 27, 38, 39, 40, 41 en 42, die in werking treden op 1 september 2020;
2° artikel 2, 3, 7, 24, 30 en 33, die uitwerking hebben met ingang van 1 februari 2020;
3° artikel 4, 6, 8, 9, 16, 19, 24, 25, 26, 28, 29 en 31, die uitwerking hebben met ingang van 16 maart 2020;
4° artikel 13, 14, 20 en 21, die uitwerking hebben met ingang van 31 maart 2020;
5° artikel 35, dat uitwerking heeft met ingang van 1 april 2020.